De transistor meter


redbox.gif (41 octets)

Transistoren kunnen goed of slecht zijn maar hebben ook bepaalde parameters die gemeten kunnen worden. Er bestaan dus "GO - noGO" toestellen naast werkelijke meettoestellen om de parameters te bepalen. Als U aandachtig het schema van een transistor bekijkt dan merk je zeker dat we met diode overgangen te doen hebben. Die diodes kunnen in doorlaat richting of sper staan afhankelijk van de polarisatie van de aangelegde spanning. Een Ohmmeter doet niks anders als een stroom doorheen het meetobject sturen. De waarde van de stroom geeft de waarde van de weerstand. Als we nu de juncties van de twee diodes van een transistor in beide richtingen meten dan is het eenvoudig om te bepalen of een transistor OK is of niet.

 

Zoals links kan een transistormeter eruit zien. Een dergelijk toestel ligt zeker binnen het bereik van de zelfbouw, en dus een aanrader. Schema's zijn er in allerhande tijdschriften over electronica (cfr Electuur) zat.

Principiëel gaat het erom om aan de hand van een bepaalde basisstroom de collectorstroom te meten.
De verhouding Ic/Ib geeft de stroomwinst van de transistor.
Van de stroomwinst weten we dat deze afhangt van het aansturen van de transistor. Door geduldig vanaf een zeer kleine basisstroom de collector stroom te bepalen en zorgvuldig nota te nemen hebben we een mooi overzicht van β.
Aangezien, en zoals U weet er zowel PNP als NPN transistoren zijn moet er hierin voorzien worden. De geschikte aansluitingen moeten duidelijk voorzien , al dan niet met omschakkelaar, of de aansluitingen vliegend zijn (met draden en klemmen).

Hier links, het principe schema. Vanuit de spanningsbron sturen we een gecontroleerde stroom. Een meettoestel voor stroom is in de collector voorzien. De basis is via een weerstand gepolariseerd. Indien de transistor OK is zal er een Ic vloeien en U zal dat op het meettoestel merken. In het tegengesteld geval blijft het meettoestel dood of stil. Transistor goed voor de vuilbak!! Voor een PNP transistor moet de polarisatie omgekeerd zijn.
Dit schema is in deze vorm niet bruikbaar. Waarschijnlijk zullen er met deze blote methode meer transistoren sneuvelen dan gemeten worden. De basisweerstand moet instelbaar en stabiel zijn. Hiermee kan een reeks stromen in functie van het type transistor (power ?) gemeten worden. Het zal ook nodig zijn en om zelfde reden een syteem van schakelbare shunts voor het meettoestel te voorzien. En zou het niet mooi zijn indien dit langs een verhoudingsfaktor 10 zou gebeuren?
Een eenvoudig opzet :

In QST (een Amerikaans radioamateur tijdschrift ) verscheen een aantal jaren geleden zo een eenvoudig opzet. Het gaat er hier om om de transitor in GO / NO-GO te testen. Dit GO / NO-GO is voor ons amateurs meestal voldoende. dit is begrijpelijk daar de spreiding van parameters van transistoren zeer ruim is. Het is enkel precies te meten als strikte parameterers voor een bepaalde constructie noodzakelijk zijn.
U merkt dat dit toestel niet veel om het lijf heeft. Zelfs op een "bread board" of test plankje kan U dat doen.

Een eenvoud toch ?
De transfo voor LF staat er wel wat eigenaardig bij. Een terugkoppeling via de condensator van 1,5 μ zorgt voor het LF op de basis van de transistor.
De weerstand (150 KΩ) in de kring van de emittor zorgt voor de instelling op DC vlak. Door wat op die spanning in te spelen kan men de schakeling doen oscilleren.
De transfo is van een type LF veel gebruikt in de vroeger transistor radio's (ontvangers). De luidspreker is laag Ohmig (4 à 8Ω). En de terugkoppeling gebeurt via de hoog impedantie kan (zowat 2000Ω). Voor het testen van een PNPvolstaat om de voedings klemmen om te polen. een nog werkende transistor zal een geluid produceren.

Transitors controleren heeft niks mysterieus. Zo een schakeling zou binnen het handbereik van iedere amateur moeten zijn.


Terug naar RCL Home page. Bewerking : ON4AWN, Herman Van Meerbeeck